
1. Gezondheidsproblemen.
1.1. Zwangere vrouwen kunnen beter niet duiken. De baby kan niet goed tegen de druk.
1.2. Als je niet goed kan ademhalen/snel benauwd bent is het gevaarlijk om te duiken.
1.2.1. Je kunt minder zuurstof opnemen.
1.2.2. Als je dit hebt adem je sneller, zonder dat het werkt.
1.2.3. Als je snel benauwt bent kun je in paniek raken. Hierdoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan.
1.3. Als je niet fit bent is duiken gevaarlijk. Als je het duiken te zwaar vindt, is het beter het niet te doen.
1.3.1. Zorg dus ook dat je goed geslapen hebt.
1.4. De stikstofnarcose is gevaarlijk. Als je te lang zwemt/of te diep gaat, bouwt stikstof in het lichaam op waardoor je lichte hoofdpijn krijgt en na lange blootstelling aan grote druk bewusteloos kan raken.
1.5. Duikers zonder een masker hebben een hogere kans om geïnfecteerd te worden door ziektes in het water van vogelpoep en micro organismes.
1.6. Als je vaak duikt loop je het risico op rugpijn, veroorzaakt door de vele uitrusting die je draagt, en de houding waar je mee duikt.
1.7. Als je als duiker niet genoeg 'klaart' (het gelijkmaken van de druk aan beide kanten van je trommelvlies), dan loop je het risico dat je trommelvliezen scheuren.
1.8. Als je niet kan zwemmen is duiken gevaarlijk. Je zult in gevaarlijke situaties snel naar boven moeten kunnen zwemmen, anders is het gevaarlijk. Hierdoor kun je ineens heel moe worden, bewusteloos raken en dood gaan.
1.9. Tijdens het duiken kun je een barotrauma krijgen. Dit ontstaat doordat bepaalde holtes zoals je longen, gaatjes in kiezen of het stuk tussen je duikbril en je gezicht te veel/weinig druk heeft ten opzichte van de omgeving. Als je stijgt/daalt, veranderd de omgevingsdruk snel. Daardoor kan bijvoorbeeld de huid in je duikbril helemaal naar binnen gezogen worden door de lage druk in de bril. Dit is nog niet zo erg, maar bij hogere druk in de duikbril is het effect op het lichaam ook slecht. In die ruimte kan dan een te hoge druk van zuurstof komen, waardoor een zuurstofvergiftiging ontstaat, en de huid op gezicht wordt geïrriteerd.
1.9.1. De duikersziekte/caissonziekte/decompressieziekte treedt op als je te snel weer naar het water oppervlak gaat, en ontstaat door een barotrauma. De water in de omgeving krijgt opeens een lagere druk. De druk in de longen blijft ongeveer gelijk. De Wet van Henry zegt dat er veel minder van het gas met de hoge druk in de vloeistof met lage druk kan worden opgenomen. Daardoor kan je veel minder stikstof uitademen, en hoopt het stikstof zich op in belletjes in het bloed die bloedvaten verstoppen.
1.9.1.1. Als je boven bent en je hebt dit, dan moet je direct in een decompressietank. Dan wordt de druk weer heel hoog gemaakt, en gaat de druk dan langzaam omlaag, tot je weer bij gewone atmosferische druk bent.
1.9.1.2. De Wet van Henry stelt dat er minder gas in een vloeistof kan worden opgenomen als de druk van de vloeistof minder wordt in verhouding met de druk van het gas. Als de druk van het gas dus gelijk blijft, maar de druk van het vloeistof lager wordt, kan er minder gas in de vloeistof worden opgenomen.
1.9.2. Het woord barotrauma is afkomstig van de Griekse woorden βαρύς en τραΰμα. Deze betekenen zwaarte en pijn. Die zwaarte staat dan voor de druk. Je hebt dus pijn omdat (aan) bepaalde lichaamsdelen wordt getrokken/worden geduwd door de druk.
1.9.3. De lucht in de flessen heeft een verhoogde druk. Je ademt dus meer zuurstof in. Daardoor loop je het risico een zuurstof-vergiftiging te krijgen. Hierdoor krijg je krampen en stuiptrekkingen. Ook verhoogt de druk van de zuurstof als je dieper komt door de Wet van Dalton.
1.9.3.1. De Wet van Dalton stelt dat de druk van een gasmengsel alle drukken van de aparte gassen in het mengsel samen. In een normale samenstelling van lucht zit 21% zuurstof. Als de druk verdubbelt, dan verdubbelt de druk van die zuurstof ook. Stel een hoeveelheid lucht heeft boven land 1 bar druk. Dan heeft de zuurstof 0,21 x 1 = 0,21 bar druk. Onder water heeft die lucht 4 bar druk. Dan heeft de zuurstof 0,21 x 4 = 0,84 bar druk. Elk gas heeft een bepaalde druk waarbij het giftig is. Zuurstof is al snel giftig. Als de samenstelling van de lucht wordt veranderd, waarbij er naar verhouding meer zuurstof in komt, verandert ook de druk van de zuurstof alleen. Dan kan de waarde van de druk waarbij zuurstof giftig is worden overschreden. Er zijn bij die nieuwe samenstelling dan minder van andere stoffen. Omdat er meer zuurstof kwam, moet er van een ander gas naar verhouding minder komen. In de 'normale' samenstelling van lucht zou die andere stoffen je niet zo snel vergiftigen, maar in de 'nieuwe' samenstelling is die vervangen door zuurstof, wat wel extra giftig is. Daarom is pure zuurstof giftig.
1.10. Je kunt ook te weinig zuurstof krijgen als je duikt, dit heet hypoxie. Als je daalt, dan heeft de zuurstof door de Wet van Dalton een grotere druk gekregen. Daardoor is het door de Wet van Henry moeilijker om zuurstof op te nemen in het bloed, waardoor je cellen te weinig zuurstof krijgen. Je kunt hierdoor bewusteloos en in coma raken en doodgaan.
1.10.1. Hypoxie is niet hetzelfde als een barotrauma, omdat je bij hypoxie te weinig zuurstof bij je cellen komt, en bij een barotrauma er vaak juist te veel zuurstof ergens is waardoor een zuurstofvergiftiging (hyperoxie = boven (als veel) - zuurstof) ontstaat.
1.10.2. Hypoxie is afkomstig van de Griekse woorden ύπό en όξύς die 'door toedoen van' en 'scherp' (in de betekenis van zuur, bijtend. Hiervan komt zuurstof (oxide)).
1.10.3. Er zijn verschillende soorten Hypoxie. Zo kun je hypoxie krijgen als je te weinig zuurstof inademt (dit heet stikken), als het transport van zuurstof door het bloed wordt belemmerd, (door bijvoorbeeld belletjes van zuurstof), door de temperatuur (het bloed zet uit), door de stroming van het bloed (bij hoge g-krachten wordt bloed heel hard in een bepaalde richting getrokken, waardoor de andere delen geen zuurstof krijgen) en als zuurstof moeilijk in het bloed kan worden opgenomen, bijvoorbeeld door de Wet van Henry of door de aanwezigheid van andere schadelijke stoffen. Zo kun je als je rookt minder zuurstof in je bloed opnemen, omdat de plek van de zuurstof bezet wordt door koolstofmonoxide.
2. Vaardig en ervaren
2.1. Je moet de duiksignalen goed kennen, zodat je bij problemen weet wat er aan de hand is.
2.2. Je moet weten wat te doen bij gevaar. Als je genoeg oefent, loop je minder risico.
2.3. Weet wat je kan. Wees niet te zelfverzekerd en doe geen domme dingen.
2.4. Je moet kalm kunnen blijven in panieksituaties.
3. Voorbereiding
3.1. Zonder buddy is het gevaarlijk.
3.1.1. Raak hem dus niet kwijt, maar blijf bij elkaar.
3.1.2. Neem altijd een buddy mee.
3.2. Het is gevaarlijk niet te weten waar je bent. Je weet dan niet wat de risico's op die plaats zijn en waar je naar toe moet/toe kan vluchten/
3.3. Uitrusting
3.3.1. Zuurstoffles
3.3.1.1. Zonder zuurstoffles duiken (freediving) is gevaarlijk. Je kunt dan stikken door zuurstoftekort.
3.3.1.2. Als je niet genoeg zuurstof bij je hebt kun je stikken. Check dit dus!
3.3.1.3. De zuurstof fles moet natuurlijk wel heel zijn. Het is gevaarlijk met een ongecontroleerde fles te duiken. Als er een gaatje in zit, dan kan er lucht ontsnappen!
3.3.2. Zorg dat alles goed vast zit, zodat je niets verliest.
3.3.3. Wetsuit
3.3.3.1. De wetsuit moet de goede temperatuur geven voor onder welke omstandigheden je gaat duiken.
3.3.4. Zorg dat alles werkt en heel is.